Skip to main content

De hulpinstanties hebben fout op fout gestapeld bij de bescherming van de Rotterdamse Humeyra, die vorig jaar werd vermoord door haar ex-vriend Bekir E. Dit blijkt uit een rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid.

Humeyra werd al lange tijd gestalked door E., voordat hij haar op 18 december 2018 doodschoot in het fietsenhok van haar school. Volgens het rapport was er ‘onvoldoende aandacht’ voor haar bescherming en werkten de verschillende instanties langs elkaar heen en de informatie over hoe E. Humeyra lastig viel werd ‘zeer beperkt gedeeld’.

De inspectiedienst verklaart dat politie, het Openbaar Ministerie, Veilig Thuis en het Veiligheidshuis flinke steken hebben laten vallen. “De organisaties hebben informatie zeer beperkt gedeeld met elkaar en niet goed samengewerkt. Daardoor was er geen volledig beeld van de risico’s en schoot de risico-inschatting voor Hümeyra’s veiligheid tekort.”

Ook had niemand overzicht of regie in de zaak en stond Hümeyra’s veiligheid niet voorop. “Als dat wel was gebeurd, was duidelijk geworden dat het risico voor Hümeyra’s veiligheid zeer hoog was.”

E. zat in augustus van vorig jaar nog een gevangenisstraf van drie weken uit voor het bedreigen en mishandelen van Hümeyra en kreeg daarna een contactverbod. Toch bleef hij haar opzoeken en bedreigen. Nadat Hümeyra hiervan melding maakte, werd de zaak onterecht opgepakt als eergerelateerd geweld en niet als stalkingszaak. “Hierdoor krijgt de zaak vanaf het eerste moment niet de juiste aandacht”, blijkt uit het rapport.

Leave a Reply